Niet té agile, aub…

Agile software ontwikkeling is een mooi principe. Het principe zegt dat je snel van start gaat met programmeren, snel iets oplevert (ook al is dat nog niet 100% af), op basis daarvan feedback verzamelt van de klant, en op basis van die feedback de ontwikkeling bijstuurt. Dit herhaal je. Door regelmatig feedback te verzamelen en bij te sturen groeit het project letterlijk in de juiste richting.

Zoals overal, zijn er ook in software development veel dingen kan je onmogelijk op voorhand plannen. Denk maar even aan de renovatiewerken die je ooit hebt laten uitvoeren, of de bouw van je huis. Zelfs niet met een 300 pagina’s dikke functionele design en technische analyse kan je heel het project uitstippelen. En dat is precies het probleem dat agile ontwikkeling wil aanpakken. Planning is guessing. De weg die je op voorhand uitstippelt aan de hand van een gedetailleerde functionele design wordt toch nooit bewandeld. Er zijn onderweg altijd bijsturingen nodig. Die vangen we op door onderweg feedback te vragen en bij te sturen. We proberen niet eens om de weg uit te stippelen. Agile software ontwikkeling.

Daarnaast is het zo dat gaandeweg een project, zeker bij grotere projecten, de functionele vereisten wijzigen. Dit omdat het in het begin nog niet helemaal duidelijk was wat nu eigenlijk de bedoeling was van de software, omdat er nieuwe elementen opduiken die invloed hebben op de uiteindelijke vereisten. Agile ontwikkeling speelt hier mooi op in, aangezien de functionele vereisten pas gaandeweg worden bepaald.

Echter, ik vind het een probleem als Agile ontwikkeling een excuus wordt om helemaal geen functionele of technische analyse te doen. Er zijn namelijk een heel aantal zaken die je wél perfect op voorhand kan uitstippelen. Agile ontwikkeling is geen reden om de functionele design over te slaan. Een document van een paar pagina’s met een redelijk gedetailleerde uitwerking van de gewenste functionaliteiten is niet overbodig. Agile ontwikkeling is geen reden om helemaal geen technische analyse te doen. Bepaalde belangrijke technische keuzes kunnen pas correct gemaakt worden als er wél een volledig helikopter overzicht is van de volledige scope. Het is dus heus niet overbodig om de data die je ter beschikking hebt en de business logica die later met die data zal werken, even nader te bekijken.

Een goede functionele en technische analyse zorgen ervoor dat je koers zet in de juiste richting, zonder over details te praten. Agile ontwikkeling kan/moet gaandeweg die koers nog bijsturen. Maar als je op basis van “gevoel” en “Agile-we-zien-wel-na-de-eerste-iteratie” je koers kiest, kan je wel eens de verkeerde koers kiezen. Ik geloof dat een deftige functionele en technische analyse vòòr de eerste letter code het project serieus kunnen inperken qua tijd, kost, frustratie en misverstand. Ik geloof ook dat agile ontwikkeling nodig is om het project, na de eerste letter code, op koers te houden, en rekening te houden met onvoorziene omstandigheden die tijdens de functionele en technische analyse niet duidelijk waren.

scrum-sprint

Internet economie, e-business en e-commerce in België

We horen zoveel over Web 2.0, Twitter, succesverhalen en Sociale Media. Wat is nu waar van die internet hype? Moet je als bedrijf mee op de e-commerce trein springen? Zijn KMO’s die het internet actief gaan inschakelen in hun bedrijf competitiever dan hun concurrent? Groeit de internet markt nog? En vertrouwt de consument dat online handeltje wel?

Een onderzoek van Boston Consulting Group toont aan dat België redelijk wat achter staat op gebied van internet economie, e-business en e-commerce. Het online aanbod groeit zeer geleidelijk, terwijl het aantal internetgebruikers en het vertrouwen in de markt elke dag groeit. Er zijn voor KMO’s dus nog heel wat mogelijkheden op Belgische internetmarkt. Ook blijkt dat KMO’s en bedrijven die het internet juist gaan inschakelen in hun strategie of hun operations, een stuk competitiever staan dan hun concurrenten.

Meer info en het volledige rapport van BCG op www.interneteconomy.be

Geleerd van ervaren ondernemers, III

bartdewaelenetlash

Als jonge starters kunnen we niet genoeg leren van ervaren ondernemers. In een reeks van gesprekken trachten we wat wijzer te worden. Deze week zaten we rond de sushi-tafel met Bart De Waele: oprichter van Netlash. Zijn eerste woorden bij het binnenkomen in de Ocean Sushi te Gent: “Ik praat graag en ik eet graag. Dus jullie voorstel om eens samen rond de tafel te zitten was welgekomen!”

1) Blink uit in één ding.
Als bedrijf positioneer je je als de beste (product leadership, vb Delhaize), of de goedkoopste (operational excellence, vb Colruyt), of de meest klantvriendelijke (euh …je weet wel). Je focust je op één van deze drie, en blinkt daarin uit. Als je geen duidelijke positionering hebt, kan het fout lopen (vb Carrefour).

Netlash gaat voor ‘Product leadership’. De reden: websites bouwen wordt geleidelijk aan een commodity. Iedereen heeft wel een neef van een kennis die een website in elkaar kan knutselen tegen spotprijzen. De beste manier om niet op prijs te moeten concurreren is door topkwaliteit aan te bieden, door te excelleren. Die neef van je kennis kan niet diezelfde topkwaliteit aanbieden.

2) Over verkopen.
Netlash heeft geen verkopers in dienst. Alle marketing is pull marketing. Er worden geen klanten opgebeld of andere push-technieken. Klanten komen dus vanzelf. Meer nog, soms worden klanten geweigerd! Hoe? Geen agressieve push technieken (cold calling, mailing, etc.). Wel: bloggen, spreken op seminaries, een netwerk uitbouwen, goede relaties opbouwen met de pers, etc. Mensen gaan je al snel als “expert” waarnemen, en de orders komen vanzelf binnen. En geef nu toe: gaan spreken op een beurs is toch leuker dan 50 telefoontjes plegen? Je moet er nadien natuurlijk wel in slagen om kwaliteit te leveren, zodat mensen enthousiast zijn over je diensten en voor jou reclame beginnen te maken. Zonder het leveren van kwaliteit blijft het niet duren.

3) Zoek medewerkers die beter zijn dan jezelf.
Dit spreekt voor zich, maar het belang is niet te onderschatten. Zoek mensen die in hun domein beter zijn dan jezelf, en geef die mensen voldoende vertrouwen en vrijheid. Vertrouwen en verantwoordelijkheid werken motiverend. Op lange termijn is het beter te delegeren dan alles in eigen handen te willen houden. In het prille begin kan je niet anders dan alles zelf doen, maar door dat te blijven doen, kan je niet groeien. Hoe zou je kunnen groeien, als je constant in de dagdagelijkse stroom van boekhouding, telefoons, emails, offerte aanvragen, programmatie, netwerken, facturatie en technische problemen zit?

4) Consultant vs ondernemer vs manager.
Wanneer je een bedrijf start is het belangrijk dat je beseft welke rol je opneemt, en waar je in de toekomst naartoe wil. Vele dienstverlenende bedrijfjes starten met de zaakvoerders als consultants. Ze verkopen hun diensten op freelance basis (‘uurtje-factuurtje’). Dit is best leuk en je kan er goed je brood mee verdienen, maar we spreken nog niet van een bedrijf. Een ondernemer zal de juiste mensen in dienst nemen die de projecten realiseren die je als bedrijf binnenhaalt. Dit laat je toe opbrengsten te genereren die als freelancer niet mogelijk zijn. Eens het bedrijfje dan bepaalde proporties begint aan te nemen heb je managers nodig: hun taak is dan er voor te zorgen dat de machine efficiënt en effectief draait.

Noot: het is zeker niet nodig om de eerste jaren exclusief één keuze te maken. In het begin ben je zowel constultant als ondernemer als manager. Na een jaartje of twee besef je wel welke rol je het best ligt, en kan je die uitbouwen.

5) Sushi eten met stokjes is niet gemakkelijk, en mag (indien nodig) met de handen …
Bart hanteerde vloeiend de sushi-stokjes alsof ie recht uit Japan kwam overgevlogen. Pieter en Jeroen deden beroep op allerlei andere manieren.

Wij danken Bart voor deze aangename lunch!

Een goede profielfoto kost geen geld

Of je het nu leuk vindt of niet: een eerste indruk is belangrijk. Ook online. Een juiste profielfoto is zeer belangrijk. Dit heeft niets met ijdelheid te maken, wel met business. Een bezoeker die al dan niet toevallig op je LinkedIn profiel, Twitter account, Facebook pagina, je blog of de “about me” section van je website terechtkomt, vormt zich meteen een eerste indruk. En binnen de 2 seconden beslist die bezoeker of hij/zij blijft, dan wel op de “back button” klikt.

Wat precies een mooie profielfoto is en wat niet, laat ik aan u over. Smaken verschillen. Maar hou toch rekening met het volgende:

  • Een neutrale achtergrond is vaak beter dan een stukje natuur, een speeltuin of een café. Met een neutrale achtergrond gaat de aandacht naar de persoon, niet naar de overladen achtergrond.
  • Hou er rekening mee dat de foto vaak zeer klein is. Details zijn dus moeilijk zichtbaar. Hou het dus eenvoudig.
  • Je haar even kammen en een hemd aantrekken vlak voor je de foto neemt kost geen geld. De foto zal (hopelijk) door enkele duizenden mensen gezien worden, dus die extra moeite kan er nog wel af…
  • Zoom in op het gezicht. In klein formaat komt dit vaak beter over dan je hele lichaam in die paar pixels trachten te proppen. Niet heel je gezicht moet trouwens op de foto. Een “geknipte foto” is even goed.
  • Je kan natuurlijk naar de fotograaf, en het resultaat zal zeker goed zijn. Maar dat hoeft niet per se. Tegenwoordig heeft iedereen wel een vriend(in) of kennis met een goed foto-aparaat en wat basiskennis om tot een degelijk resultaat te komen.

Ciao!

pieter

Geleerd van ervaren ondernemers part II

Screen shot 2011-02-28 at 21.46.09

Als jonge starters kunnen we niet genoeg leren. In een reeks van gesprekken met ervaren rotten trachten we onze blik te verruimen. Deze week zaten we rond de tafel (van een kasteel) met Luc Osselaer, managing partner van Across en directeur bij Saffelberg Investments. Hier komen onze lessons learned:

1) Kies een attractieve markt: McKinsey deelt de succesfactoren voor het slagen als onderneming op in 3 klassen. 1/ Kwaliteit van product of dienst 2/ Kwaliteit van je organisaite/management 3/ De attractiviteit van de markt. Deze derde categorie blijkt veruit de belangrijkste! Je mag het beste product hebben, op de markt gebracht door een top management team, als er geen markt of vraag is voor je product of dienst, sta je daar mooi. Anderzijds, een product of dienst van middelmatige kwaliteit, bestuurd door een redelijk team, in een uitgehongerde markt, verkoopt zichzelf. Geef eten van twijfelachtige kwaliteit aan een uitgehongerd publiek, men zal eten. Schotel eten van topkwaliteit voor aan mensen die net van tafel komen, het zal onaangeroerd op zijn bord blijven liggen…

2) Groei naar een niche. Het is moeilijk om in het begin je niche af te bakenen en specialist te zijn in het één of ander. Je hebt de neiging om alles wat zich aandient aan te vatten. Echter, door te algemeen te blijven, zadel je jezelf met een hoop overhead op. Telkens opnieuw moet je je inwerken in het volgende project. Omdat je geen niche hebt, vindt je telkens opnieuw het wiel uit. Zoek daarom vanaf het begin een attractieve niche, en wordt specialist in dat ene ding. Wordt “King” van deze niche, ken de klanten in deze niche, lees over deze niche, ken alle concurrenten en hun sterke en zwakke punten in deze niche, blog in deze niche, ga naar events van deze niche. Het duurt niet lang of je wordt een magneet voor klanten.

3) Toon iets concreet, iets dat werkt: Als starter is het belangrijk vertrouwen te winnen. Je krijgt moeilijk 100 mandagen “consulting services” verkocht zonder daar een concreet zichtbaar resultaat aan te koppelen. De groten der aarde kunnen zicht dit permitteren. Startups niet. Laat daarom snel zien wat je kan. Laat de impact van je product of dienst snel voelen, niet op papier, maar met concreet aantoonbare “feiten”. Bij software ontwikkeling kan dit door bijvoorbeeld na een paar weken al een eerste beta-versie op te leveren, zelfs al is die nog lang niet af. Deze oplevering versterkt het vertrouwen. Bovendien, als je voor KMO’s werkt, worden de rollen van aandeelhouders, bestuurders en managers vaak ingevuld door éénzelfde persoon. Deze bedrijfsleiders willen geen PowerPoint presentaties zien, ze willen iets concreet zien dat hun business helpt. Toon iets dat werkt, en bouw zo vertrouwen op.

4) IT is saai: het is geen doel, maar een middel om problemen op te lossen. IT op zich is saai. Bekijk het pragmatisch. IT moet een probleem oplossen. Houd dit ALTIJD in het achterhoofd, het is namelijk het uiteindelijke doel. Toon je klanten dat je hun probleem begrijpt, en stel voor om het op te lossen met IT.

Geleerd van ervaren ondernemers, part I

80e1204febb4c6fd84610386b4660028

Als jonge starters kunnen we niet genoeg leren van meer ervaren ondernemers. In een reeks van gesprekken trachten we interessante ideeën op te doen. Deze week zaten we rond de tafel met Alex Dossche (@alxdss), managing partner van The Missing Link bvba. Dit is het softwarebedrijf achter DBFACT, een ERP–pakket voor de KMO, gericht op retail en wholesale. Hun klantenportefeuille is goed voor een 2000-tal klanten, voornamelijk in Vlaanderen. Hier komen onze lessons learned na een interessante babbel bij een kop koffie.

1) Richt marketing naar je bestaande klanten. Zie je relatie met klanten als een soort van partnership. Je wil meer dan tevreden klanten, je wil enthousiaste klanten. Je bent een partner en lost samen de problemen van je klanten op. Een enthousiaste klant zal je promoten in zijn netwerk, zal als een evangelist optreden. Zo hebben ze bij DBFACT bv in de eerste plaats gekozen te investeren in een goede helpdesk (en dus klantensupport) in plaats van in promotie. Het bewust maken van de klant van de kracht van het product waarmee hij werkt, er voor zorgen dat hij de software optimaal gebruikt in zijn onderneming. Dat zijn inspanningen die resultaat opleveren.

2) Ga niet naar netwerkevents om er te verkopen. Ga er om interessante mensen te ontmoeten en een korte, informele babbel te slaan. De kans dat je iets verkoopt aan mensen die je ontmoet op netwerkevents is veel kleiner dan de kans dat die mensen jou in hun netwerk aanraden omdat je een goede indruk gelaten hebt. Netwerken lukt trouwens ook perfect buiten netwerkevents: Er worden nog steeds grote deals gesloten tijdens voetbalmatchen of lokale bijeenkomsten die niet in eerste instantie iets met business te maken hebben. Kijk niet wat iemand voor jou kan betekenen maar wat jij voor de ander kan betekenen, dat heeft een veel grotere impact.

3) Crossing the chasm (by Geoffrey A. Moore): dit is tot nu toe door Alex bevonden als de meest waardevolle literatuur als het gaat over startup marketing. Er wordt onder andere ingegaan op de specifieke verwachtingen van de markt gedurende de verschillende startup fases. Het boek beschrijft de verschillende stadia waarin je je als aanbieder van technologische producten of diensten kan bevinden, wat de verwachtingen van je klanten zijn en hoe daar mee om te gaan. Het ligt alvast op onze nachttafel!

4) KMO – bedrijfsleiders zijn geen IT managers: als je software verkoopt aan een KMO – bedrijfsleider komt het erop neer ‘to the point’, direct en open te zijn. Geen toeters en bellen, geen consultant-gedrag; duidelijk zeggen wat hij van jou kan verwachten en welk voordeel het hem oplevert. Een KMO bedrijfsleider denkt namelijk in de eerste plaats aan zijn bedrijf en de groei daarvan. IT managers bekijken de problematiek vanuit een ander perspectief, soms té veel vanuit IT, te weinig praktijkgericht. Ze hebben vaak een IT-specifieke agenda, geen globale agenda.

5) Neem af en toe afstand van de dagelijkse operaties. Probeer eens een stapje terug te zetten en na te denken over de grotere lijnen en de “fond”. Ben je nog steeds naar je einddoel aan het werken? Heb je nog wel je missie voor ogen ? Wat is je core business, en wat niet? Wees kritisch bij iedere beslissing. Vraag een derde partij (een vriend of zelfs iemand die niets van je business kent) eens te komen kijken. Vraag feedback en raad. Vaak levert dit verfrissende resultaten op die je de nodige energie geven om in de juiste of een nieuwe richting verder te gaan.

6) Probeer niet alles zelf te doen. Naarmate je als organisatie groeit, komen er steeds opdrachten bij waarvoor je geen expertise in huis hebt, of die helemaal niets meer met je core business te maken hebben. Rekrutering, boekhouding, administratie zijn maar een paar voorbeelden. De boodschap is te focussen op datgene waar je goed in bent en andere taken over te laten aan derden – experten. Wees niet te beroerd om hier wat euro’s voor neer te tellen: het laat je toe veel sneller te groeien in de dingen waar je écht goed in bent.

Bedankt Alex voor je tijd!

Twitter: http://www.twitter.com/@alxdss
Blog: http://alexdossche.wordpress.com
Corporate email: alex.dossche (at) tml.be
LinkedIn: http://www.linkedin.com/in/alexdossche

Volgende week in “Geleerd van Ervaren Ondernemers”: op gesprek bij Luc Osselaer, managing partner van A-cross en Directeur bij Saffelberg Investments.

Hoe duurder hoe beter?

good-fast-cheap

“Hoe duurder hoe beter.” We weten allemaal dat dit rationeel gezien geen steek houdt. Het is niet omdat iets duur is, dat het beter is. Denk maar aan de goedkope en de duurdere wasproducten die exact dezelfde samenstelling hebben, maar waarbij het ene wasproduct veel duurder is (en ook duurder verkocht geraakt) dankzij (of door) de reclame die men ervoor maakt.

En toch is het zo dat vele mensen iets “goedkoop” als slecht beschouwen. Je zou de neiging kunnen hebben om je product of dienst “onder de prijs van de concurrentie” te zetten om op die manier klanten binnen te halen. Voor jou is het namelijk voor de hand liggende dat je kwaliteit dezelfde is. Rationeel gezien dus een zeer goede zet! En toch is dat een domme prijsstrategie. Mensen denken namelijk al snel dat er iets scheelt met een goedkoop product. Stel dat men je een nieuwe Porche zou proberen te verkopen voor 250 euro, en je vraagt van een contract te tekenen voor aankoop. Zou jij die zomaar kopen? Ik denk dat vele mensen het contract eerst even aan een advocaat zullen voorleggen, met het vermoeden dat er iets niet pluis is. Iets té goedkoop, daar is iets mee aan de hand!

Behalve het gevaar dat mensen je slecht gaan vinden omwille van de lage prijs (“Zo goedkoop? Dat zal wel slecht zijn zeker?“) loop je bovendien het risico dat je een prijzenoorlog in gang zet. Vooral voor starters is dit risico groot: als jij een mastodont van een concurrent ENKEL op prijs wil pakken, dan verlies jij de strijd. Je veel grotere concurrent heeft namelijk een pak meer reserves. Reserves die hem toelaten gedurende lange tijd zijn prijs nog veel lager dan de jouwe te zetten om je uit de markt te concurreren. Een startup heeft geen reserves. Een startup heeft cash nodig. Cash is king bij een startup.

Je concurrenten op prijs trachten aan te pakken is dus een zeer slecht business model. Vraag minstens even veel als je concurrenten, en verantwoord dit door uit te blinken in dingen die je veel grotere concurrenten niet kunnen bieden. Welke mastodont van een bedrijf kan binnen de 2 dagen antwoorden op een RFP (= een offerte schrijven)? Bij hoeveel multinationals kan je als klant bij één en dezelfde persoon terecht die je dossier door en door kent? Met grote bedrijven communiceer je via helpdesks, account managers, consultants en anonieme online formulieren. Maak hiervan als startup je troef. Klanten zijn heus bereid evenveel of zelfs meer te betalen voor een gepersonaliseerde, vriendelijke en flexibele aanpak die ze in deze tijd niet meer gewend zijn.

Wie wordt er graag even onderbroken voor wat reclame?

Screen shot 2011-01-31 at 17.39.19

Niemand. Niemand wordt écht graag onderbroken voor een email of een grappig reclamefilmpje, een radiospot of TV ad. Zelfs een gratis staaltje van het een of ander is meestal irritant. Denk even aan de vriendelijke dame of heer die je in de supermarkt een gratis toastje met zalm laat proeven – nét wat ik nodig had op een drukke zaterdagochtend! Er wordt te veel gemarked. Te veel emails, flyers, presentaties, radiospots, TV trailers, Google Ads, banners en gratis T-shirts en balpennen. Marketing en reclame komt zo goed als altijd ongelegen. Mensen zijn dat beu. Er scheelt iets met de klassieke manier van marketen.

De beste marketing volgens mij, zeker voor een startup, is je klanten overladen met waarde, service en oplossingen. Toon hen je commitment. Verras hen tot ze “wow” zeggen. Toon hen dat je van hun probleem, jouw probleem maakt. Dit is alvast wat we nastreven met Zorros en Fikket. Soms mislukt dit, soms lukt dit. Een feit is dat we er steeds beter in worden. Het is ons streefdoel. En klanten voelen dat. Dàt is jezelf marketen.

Je mag als startup echter niet de vergissing maken van helemaal geen marketing te doen. Je moet op een of andere manier wel in de hoofden van je toekomstige klanten belanden, zodat ze, de volgende keer dat ze een dienst nodig hebben die jij levert, aan je denken. Maar doe dit leuk en zoek iets a-typisch. Dat hoeft daarom niet veel moeite en geld te kosten. Bij Zorros bijvoorbeeld hadden we het idee T-shirts te drukken…tot we beseften dat mensen die toch nooit aandoen omdat:

  1. het in België meer wintert dan zomert, dus mensen dragen die T-shirt altijd onder iets.
  2. het altijd veel te duidelijk is dat het een gesponsorde bedrijfs T-shirt is, dus die T-shirt komt dan toch maar op de stapel van “gratis gekregen T-shirts” te liggen die men enkel aandoet als men behangt of de muren gaat schilderen.

Dat hebben we als volgt opgelost

  1. Geen T-shirt, maar een (weliswaar iets duurdere) sweater
  2. Enkel ons logo, geen tekst of typische reclameslogan, zodat de sweater als het ware niet gesponsord lijkt door een bedrijf.

Resultaat? De sweaters worden met plezier gedragen, mensen vertellen erover (“gratis gekregen van die mannen van Zorros”), en we stick into their head.

En zoals gezegd: behalve het drukken van die sweaters gaat al onze energie naar échte waarde creatie.

Alvorens je een website, webapplicatie of e-commerce site laat bouwen…

Onlangs mocht ik presenteren op een bijeenkomst voor ondernemers via Westartup. De bedoeling was om de mensen uit het publiek die een website of web applicatie wouden (laten) ontwikkelen, enkele practische tips mee te geven. Onmogelijk om in een presentatie van een dikke 10 minuten alles uitgelegd te krijgen, maar toch vonden de meesten het interessant. Bij deze de slides.

Mensen zijn lui en ongeduldig

55-lazy2

Fact: Mensen zijn lui en ongeduldig.

Hoe sneller hoe beter. Als een website 1 seconde hapert worden we redelijk ongeduldig. Bij de tweede seconde volgt er een *zucht*. Bij seconde nummer 3 klikken we gefrustreerd op “back”. Hoe minder clicks hoe beter. Hoe eenvoudiger hoe beter. De “Like” button van Facebook is niet toevallig ontstaan: door de interactie met de gebruiker te beperken tot een eenvoudige klik, wordt er veel meer geïnterageerd. Zo hoeven de luie gebruikers niet telkens iets neer te pennen. Gewoon “Like” klikken volstaat al. Snel en efficiënt.

Hou rekening met luie klanten!

Vraag van je (toekomstige) klanten niet te veel. Maak de drempel om geld uit te geven zo laag mogelijk. Elke virtuele drempel, hoe klein ook, is een moment waarop gebruikers mogelijks afhaken.

  • Zorg dat het niet meer dan een paar klikken kost om een gebruiker aan te maken.
  • Zorg dat online betalingen eenvoudig en voor de hand liggend werken. Volg hierbij de juiste design patterns.
  • Vraag zo weinig mogelijk gegevens om in te vullen bij online bestellingen, zodat dit geen klanten afschrikt. Email, naam, en adres zouden moeten volstaan. Andere optionele velden kunnen, maar maak ze niet verplicht om de drempel tot aankoop laag te houden. Duid ook duidelijk aan dat ze niet verplicht zijn.
  • Werk niet met (ingewikkelde) invite-systemen waarbij gebruikers enkel via een registratie-code een user kunnen aanmaken zolang daar geen goede reden voor is. Ik weet het: Google werkt wél zo. Maar de kans is groot dat u niet Google bent, maar wel een startup die zich nog moet bewijzen.
  • Leid klanten doorheen hun aankoop aan de hand van duidelijke en eenvoudige stappen. Elke scherm is een mogelijk scherm waarop ze afhaken, dus hou het aantal schermen indien mogelijk beperkt.
  • Zet op elke pagina je contactgegevens (onderaan bijvoorbeeld), zodat luie klanten die vastlopen op elk moment je zonder veel moeite kunnen contacteren. En antwoord hen asap. Goede klanten support doet enorm veel. Ikzelf tracht altijd zowel meteen te antwoorden als mogelijk. Je kan je niet voorstellen hoeveel mensen verbaasd zijn dat ze meteen antwoord krijgen. Ze antwoorden vaak met een “leuk dat je zo snel antwoord!” of “bedankt voor je snelle antwoord”.

Nog best practices?

Noot: lui zijn is volgens mij geen negatieve eigenschap. In tegendeel: om efficient en effectief te zijn, moet je een op een of andere manier “lui” zijn. Excuses aan al mijn klanten die zich beledigd zouden voelen.