Geleerd van ervaren ondernemers part II

Screen shot 2011-02-28 at 21.46.09

Als jonge starters kunnen we niet genoeg leren. In een reeks van gesprekken met ervaren rotten trachten we onze blik te verruimen. Deze week zaten we rond de tafel (van een kasteel) met Luc Osselaer, managing partner van Across en directeur bij Saffelberg Investments. Hier komen onze lessons learned:

1) Kies een attractieve markt: McKinsey deelt de succesfactoren voor het slagen als onderneming op in 3 klassen. 1/ Kwaliteit van product of dienst 2/ Kwaliteit van je organisaite/management 3/ De attractiviteit van de markt. Deze derde categorie blijkt veruit de belangrijkste! Je mag het beste product hebben, op de markt gebracht door een top management team, als er geen markt of vraag is voor je product of dienst, sta je daar mooi. Anderzijds, een product of dienst van middelmatige kwaliteit, bestuurd door een redelijk team, in een uitgehongerde markt, verkoopt zichzelf. Geef eten van twijfelachtige kwaliteit aan een uitgehongerd publiek, men zal eten. Schotel eten van topkwaliteit voor aan mensen die net van tafel komen, het zal onaangeroerd op zijn bord blijven liggen…

2) Groei naar een niche. Het is moeilijk om in het begin je niche af te bakenen en specialist te zijn in het één of ander. Je hebt de neiging om alles wat zich aandient aan te vatten. Echter, door te algemeen te blijven, zadel je jezelf met een hoop overhead op. Telkens opnieuw moet je je inwerken in het volgende project. Omdat je geen niche hebt, vindt je telkens opnieuw het wiel uit. Zoek daarom vanaf het begin een attractieve niche, en wordt specialist in dat ene ding. Wordt “King” van deze niche, ken de klanten in deze niche, lees over deze niche, ken alle concurrenten en hun sterke en zwakke punten in deze niche, blog in deze niche, ga naar events van deze niche. Het duurt niet lang of je wordt een magneet voor klanten.

3) Toon iets concreet, iets dat werkt: Als starter is het belangrijk vertrouwen te winnen. Je krijgt moeilijk 100 mandagen “consulting services” verkocht zonder daar een concreet zichtbaar resultaat aan te koppelen. De groten der aarde kunnen zicht dit permitteren. Startups niet. Laat daarom snel zien wat je kan. Laat de impact van je product of dienst snel voelen, niet op papier, maar met concreet aantoonbare “feiten”. Bij software ontwikkeling kan dit door bijvoorbeeld na een paar weken al een eerste beta-versie op te leveren, zelfs al is die nog lang niet af. Deze oplevering versterkt het vertrouwen. Bovendien, als je voor KMO’s werkt, worden de rollen van aandeelhouders, bestuurders en managers vaak ingevuld door éénzelfde persoon. Deze bedrijfsleiders willen geen PowerPoint presentaties zien, ze willen iets concreet zien dat hun business helpt. Toon iets dat werkt, en bouw zo vertrouwen op.

4) IT is saai: het is geen doel, maar een middel om problemen op te lossen. IT op zich is saai. Bekijk het pragmatisch. IT moet een probleem oplossen. Houd dit ALTIJD in het achterhoofd, het is namelijk het uiteindelijke doel. Toon je klanten dat je hun probleem begrijpt, en stel voor om het op te lossen met IT.

Geleerd van ervaren ondernemers, part I

80e1204febb4c6fd84610386b4660028

Als jonge starters kunnen we niet genoeg leren van meer ervaren ondernemers. In een reeks van gesprekken trachten we interessante ideeën op te doen. Deze week zaten we rond de tafel met Alex Dossche (@alxdss), managing partner van The Missing Link bvba. Dit is het softwarebedrijf achter DBFACT, een ERP–pakket voor de KMO, gericht op retail en wholesale. Hun klantenportefeuille is goed voor een 2000-tal klanten, voornamelijk in Vlaanderen. Hier komen onze lessons learned na een interessante babbel bij een kop koffie.

1) Richt marketing naar je bestaande klanten. Zie je relatie met klanten als een soort van partnership. Je wil meer dan tevreden klanten, je wil enthousiaste klanten. Je bent een partner en lost samen de problemen van je klanten op. Een enthousiaste klant zal je promoten in zijn netwerk, zal als een evangelist optreden. Zo hebben ze bij DBFACT bv in de eerste plaats gekozen te investeren in een goede helpdesk (en dus klantensupport) in plaats van in promotie. Het bewust maken van de klant van de kracht van het product waarmee hij werkt, er voor zorgen dat hij de software optimaal gebruikt in zijn onderneming. Dat zijn inspanningen die resultaat opleveren.

2) Ga niet naar netwerkevents om er te verkopen. Ga er om interessante mensen te ontmoeten en een korte, informele babbel te slaan. De kans dat je iets verkoopt aan mensen die je ontmoet op netwerkevents is veel kleiner dan de kans dat die mensen jou in hun netwerk aanraden omdat je een goede indruk gelaten hebt. Netwerken lukt trouwens ook perfect buiten netwerkevents: Er worden nog steeds grote deals gesloten tijdens voetbalmatchen of lokale bijeenkomsten die niet in eerste instantie iets met business te maken hebben. Kijk niet wat iemand voor jou kan betekenen maar wat jij voor de ander kan betekenen, dat heeft een veel grotere impact.

3) Crossing the chasm (by Geoffrey A. Moore): dit is tot nu toe door Alex bevonden als de meest waardevolle literatuur als het gaat over startup marketing. Er wordt onder andere ingegaan op de specifieke verwachtingen van de markt gedurende de verschillende startup fases. Het boek beschrijft de verschillende stadia waarin je je als aanbieder van technologische producten of diensten kan bevinden, wat de verwachtingen van je klanten zijn en hoe daar mee om te gaan. Het ligt alvast op onze nachttafel!

4) KMO – bedrijfsleiders zijn geen IT managers: als je software verkoopt aan een KMO – bedrijfsleider komt het erop neer ‘to the point’, direct en open te zijn. Geen toeters en bellen, geen consultant-gedrag; duidelijk zeggen wat hij van jou kan verwachten en welk voordeel het hem oplevert. Een KMO bedrijfsleider denkt namelijk in de eerste plaats aan zijn bedrijf en de groei daarvan. IT managers bekijken de problematiek vanuit een ander perspectief, soms té veel vanuit IT, te weinig praktijkgericht. Ze hebben vaak een IT-specifieke agenda, geen globale agenda.

5) Neem af en toe afstand van de dagelijkse operaties. Probeer eens een stapje terug te zetten en na te denken over de grotere lijnen en de “fond”. Ben je nog steeds naar je einddoel aan het werken? Heb je nog wel je missie voor ogen ? Wat is je core business, en wat niet? Wees kritisch bij iedere beslissing. Vraag een derde partij (een vriend of zelfs iemand die niets van je business kent) eens te komen kijken. Vraag feedback en raad. Vaak levert dit verfrissende resultaten op die je de nodige energie geven om in de juiste of een nieuwe richting verder te gaan.

6) Probeer niet alles zelf te doen. Naarmate je als organisatie groeit, komen er steeds opdrachten bij waarvoor je geen expertise in huis hebt, of die helemaal niets meer met je core business te maken hebben. Rekrutering, boekhouding, administratie zijn maar een paar voorbeelden. De boodschap is te focussen op datgene waar je goed in bent en andere taken over te laten aan derden – experten. Wees niet te beroerd om hier wat euro’s voor neer te tellen: het laat je toe veel sneller te groeien in de dingen waar je écht goed in bent.

Bedankt Alex voor je tijd!

Twitter: http://www.twitter.com/@alxdss
Blog: http://alexdossche.wordpress.com
Corporate email: alex.dossche (at) tml.be
LinkedIn: http://www.linkedin.com/in/alexdossche

Volgende week in “Geleerd van Ervaren Ondernemers”: op gesprek bij Luc Osselaer, managing partner van A-cross en Directeur bij Saffelberg Investments.

Hoe duurder hoe beter?

good-fast-cheap

“Hoe duurder hoe beter.” We weten allemaal dat dit rationeel gezien geen steek houdt. Het is niet omdat iets duur is, dat het beter is. Denk maar aan de goedkope en de duurdere wasproducten die exact dezelfde samenstelling hebben, maar waarbij het ene wasproduct veel duurder is (en ook duurder verkocht geraakt) dankzij (of door) de reclame die men ervoor maakt.

En toch is het zo dat vele mensen iets “goedkoop” als slecht beschouwen. Je zou de neiging kunnen hebben om je product of dienst “onder de prijs van de concurrentie” te zetten om op die manier klanten binnen te halen. Voor jou is het namelijk voor de hand liggende dat je kwaliteit dezelfde is. Rationeel gezien dus een zeer goede zet! En toch is dat een domme prijsstrategie. Mensen denken namelijk al snel dat er iets scheelt met een goedkoop product. Stel dat men je een nieuwe Porche zou proberen te verkopen voor 250 euro, en je vraagt van een contract te tekenen voor aankoop. Zou jij die zomaar kopen? Ik denk dat vele mensen het contract eerst even aan een advocaat zullen voorleggen, met het vermoeden dat er iets niet pluis is. Iets té goedkoop, daar is iets mee aan de hand!

Behalve het gevaar dat mensen je slecht gaan vinden omwille van de lage prijs (“Zo goedkoop? Dat zal wel slecht zijn zeker?“) loop je bovendien het risico dat je een prijzenoorlog in gang zet. Vooral voor starters is dit risico groot: als jij een mastodont van een concurrent ENKEL op prijs wil pakken, dan verlies jij de strijd. Je veel grotere concurrent heeft namelijk een pak meer reserves. Reserves die hem toelaten gedurende lange tijd zijn prijs nog veel lager dan de jouwe te zetten om je uit de markt te concurreren. Een startup heeft geen reserves. Een startup heeft cash nodig. Cash is king bij een startup.

Je concurrenten op prijs trachten aan te pakken is dus een zeer slecht business model. Vraag minstens even veel als je concurrenten, en verantwoord dit door uit te blinken in dingen die je veel grotere concurrenten niet kunnen bieden. Welke mastodont van een bedrijf kan binnen de 2 dagen antwoorden op een RFP (= een offerte schrijven)? Bij hoeveel multinationals kan je als klant bij één en dezelfde persoon terecht die je dossier door en door kent? Met grote bedrijven communiceer je via helpdesks, account managers, consultants en anonieme online formulieren. Maak hiervan als startup je troef. Klanten zijn heus bereid evenveel of zelfs meer te betalen voor een gepersonaliseerde, vriendelijke en flexibele aanpak die ze in deze tijd niet meer gewend zijn.